Bijdrage jaarstukken 2015

Andries van den Bergwoensdag 01 juni 2016 19:06

Lees hier de bijdrage van ons nieuwe Commissielid (niet-zijnde Statenlid) Andries van den Berg over de jaarstukken 2015, die op de Commissievergadering Financiƫn, Cultuur, Bestuur en Economie die op 25 mei jl. stond geagendeerd.

Voorzitter, gedeputeerden, commissieleden,

Vanmiddag mag ik voor het eerst als commissielid-niet-zijnde-Statenlid in uw midden het woord voeren. Dat is mij een eer en een genoegen.

Ik schrok wel even toen de envelop op de deurmat viel. Neem de Jaarstukken, 348 pagina’s in een ringband, die de tand van de tijd wel even doorstaat. Een mooi stuk veelkleurig drukwerk, informatief en uitnodigend om heel veel vragen te stellen, hetgeen natuurlijk niet de bedoeling is. Een Beleidsbrief, die geschreven is om vragen te voorkomen. Een geruststellend accountantsrapport. En last-but-not-least een oplegnotitie van de griffie, goed bedoeld en te waarderen, met het risico dat we allemaal dezelfde vragen gaan stellen.

En inderdaad, voorzitter, een veelheid aan taken en bijbehorende financiële data passeert de revue. Zo verraste het me, dat we met maar liefst 25 partijen verbonden zijn. Ik vraag me oprecht af wie er ooit op het onzalige idee is gekomen om de provincies als tussenlaag tussen gemeenten en Rijk af te schaffen.

Dat gezegd hebbend, staan de Staten voor de taak G.S. te controleren. Dat kan alleen op hoofdlijnen. Het brengt mijn fractie tot de suggestie om in de zoektocht naar onderzoekstaken voor de Noordelijke Rekenkamer deze de opdracht te geven jaarlijks een onderdeel van de jaarstukken aan een nader onderzoek te onderwerpen, niet door de bril van de accountant maar door de van een Statenlid en de onderzoeksresultaten op een Verantwoordingsmiddag aan de orde te stellen. Wat vindt G.S. van deze suggestie?

Voorzitter, de provincie staat er goed voor. Dat is een compliment waard aan G.S. en alle andere betrokkenen. Ik geef enkele voorbeelden:

  • We zijn financieel gezond.
  • De solvabiliteit was al goed en is in 2015 nog weer met twee procent naar 74% gegaan; menige organisatie is jaloers op zo’n percentage.
  • De transitie van tien naar acht programma’s is juist en volledig uitgevoerd.
  • Het accountantsrapport vermeldt geen schokkende onderwerpen.
  • De kwaliteit van de beheersorganisatie is goed, van de automatisering wordt door de accountant gesteld dat de continuïteit en de betrouwbaarheid goed zijn en dat er geen fraude is geconstateerd. Ook de rechtmatigheidsbevindingen zijn positief.

Een lijstje, dat gemakkelijk is aan te vullen. Echter, een nadeel van veel voordelen is, dat je minder kritisch op de nadelen wordt. Daarom het volgende.

Resultaat

Het gerealiseerde resultaat is € 25,6 miljoen. Daarvan gaat het overgrote deel naar een reeks van reserves, zodat het échte resultaat € 3,5 miljoen is. Dat klinkt heel geruststellend, zo’n positief resultaat. Zouden we datzelfde bedrag tekort zijn gekomen, dan waren de poppen waarschijnlijk aan het dansen geweest, maar -schijnbare tegenstelling- had G.S. nog meer werk verzet.

Bij vijf van de acht programma’s is er sprake van onderbesteding met als gevolg een stuwmeer aan reserveringen, in 2015 maar liefst € 22,1 miljoen. Met name de programma’s 3 (Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer) en 7 (Dynamiek in de leefomgeving) dragen daaraan bij.

Van een stevige overbesteding is sprake bij het item ‘Versterking Economische Structuur’; het gaat om een niet door de Staten vanuit het budgetrecht geautoriseerd bedrag van € 433.000. Hoe stuurt G.S. op zo’n onderwerp? Hoe neemt G.S. de Staten mee in zo’n proces?

Er zijn, voorzitter, natuurlijk allerlei redenen voor over- en onderbestedingen, maar de vraag dient zich aan: is er iets mis met het voorspellend vermogen van de organisatie? De CU-fractie maakt zich daarover zorgen. Onze vraag aan G.S.: moet er niet gewerkt gaan worden aan een betere monitoring om het realiteitsgehalte van de inzet van gelden te verbeteren?

Reserves worden ook gebruikt om risico’s af te dekken. Oppotten kan een doel op zich worden en dat is niet de bedoeling. De burgers van onze provincie zijn daarmee niet gebaat. Wat is het beleid van G.S. ter zake?

De CU-fractie wil dit adstrueren door de wijze waarop de bestemming van het -wat ik dan maar noem- het échte resultaat ad € 3,5 miljoen wordt voorgesteld. Wij hebben geen moeite met de besteding in 2016 van € 0,3 miljoen aan de in de Beleidsbrief genoemde drie zaken en evenmin met het ophogen van de Financieringsreserve met de dan nog overgebleven € 3,2 miljoen, die daarmee op € 78,8 miljoen komt. Eerder is besloten, dat de Financieringsreserve minimaal € 80 miljoen moet zijn. Wij vragen ons af waarom G.S., gelet op de gezonde financiële positie van de provincie, de financieringsreserve niet meteen heeft volgestort? Of, en dan gaan we een heel andere kant op, is een Financieringsreserve van maar liefst € 80 miljoen nu nog nodig en kan dit hoge bedrag omlaag? Graag een antwoord op deze twee vragen.

Financiële positie

Door een zestal verbetermaatregelen is naar wij hebben begrepen met name het budgetbeheer beter onder controle gekomen en zal –ik citeer- ‘op termijn tot een adequater begrotingsbeheer worden gekomen’. Onze vraag aan G.S.: op welke termijn denkt u die verbetering te hebben gerealiseerd?

Ten aanzien van het weerstandsvermogen concludeert de accountant, dat dit voldoende van omvang is in een situatie, dat we 52 risico’s lopen tot een totaal van € 64 miljoen. Dat is geen geringe zaak. Dat brengt mij bij het revolverend financieren waarvan de accountant constateert, dat de risico’s door G.S. op gezette momenten worden beoordeeld, maar dat meer structurering en uniformering gewenst is. Geadviseerd wordt dan ook om in de komende periode een werkwijze te ontwikkelen. In de beleidsbrief lees ik, dat G.S. het daarmee eens is. Twee vragen: 1. wanneer denkt G.S. dit probleem uit de wereld geholpen te hebben? 2. Wat is bij de huidige werkwijze om de risico’s te analyseren het effect op het weerstandsvermogen?

Nog een enkel woord over de verbonden partijen. Van een groot aantal -en daar zijn ook ‘grote jongens’ bij- zijn de jaarcijfers over 2015 nog niet beschikbaar. Welke inspanningen getroost het College zich om deze ‘toeleveranciers’ te bewegen daarin verandering te brengen?

Ik rond af. De CU-fractie kan zich in hoofdlijnen verenigen met het gevoerde financiële beleid. Waar wij bij dat beleid onze vragen hebben, wachten wij de antwoorden van G.S. met belangstelling af.

« Terug

Archief nieuwsberichten > 2016

Geen berichten gevonden